FTE-_z6f3763-reportage-HR-36.jpg

Etalagebenen

 

Bij etalegebenen, ook wel bekend als perifeer arterieel vaatlijden, is sprake van een vernauwing in de slagaders die naar de beenspieren gaan. In rust kunnen de spieren nog van voldoende bloed en dus zuurstof worden voorzien, maar bij inspanning is er een tekort. De spieren vragen dan om meer zuurstof dan de slagader door de vernauwing kan laten. Dit leidt tot krampachtige pijn of een doof gevoel bij inspanning. Deze pijn treedt vaak op in de kuiten, maar kan ook in de bovenbenen of bilspieren optreden. Na rust verdwijnt de pijn. Patiënten proberen de pijn voor anderen te maskeren door bijvoorbeeld stil te staan voor een etalage. Zo krijgen de benen rust en trekt de pijn weg. Daarom wordt de aandoening ook wel etalagebenen genoemd.

De vernauwing in de slagaders wordt veroorzaakt door slagaderverkalking die zich niet beperkt tot de slagaders in de benen. Slagaderverkalking is een langzaam proces van ophoping van bloedplaatjes, bloedcellen en cholesterol in de vaatwand. Hierdoor wordt de vaatwand nauwer en stugger. Door het geleidelijke verloop van slagaderverkalking krijgen de meeste mensen er pas op latere leeftijd last van.

Factoren die de kans op perifeer arterieel vaatlijden vergroten en de aandoening sneller doen verergeren zijn roken, hoge bloeddruk, verhoogd cholesterol, te weinig beweging, ongezonde voeding, diabetes en overgewicht. Roken is verreweg de grootste risicofactor. 

Behandeling

De eerste keus behandeling bij etalagebenen is gesuperviseerde looptherapie en leefstijlbegeleiding. 

Een traject gesuperviseerde looptherapie en leefstijlbegeleiding begint met een ‘intake’-gesprek bij een Gespecialiseerde fysiotherapiuet die aangelsoten is bij ChronsichZorgNet. 

Op basis van de resultaten van de looptest en het klachtenpatroon stelt de therapeut samen met de patiënt een persoonlijk trainingsschema op.  Het trainingsschema bestaat niet alleen uit lopen, maar ook uit fietsen, spierversterkende oefeningen en indien nodig aanpassing van het looppatroon. Gaandeweg wordt de begeleiding afgebouwd en dient de patiënt zelfstandig te gaan trainen. 

Gezonde leefstijl

Gedurende het traject zal de ChronischZOrgNet therapeut ook aandacht besteden aan leefstijlfactoren, zoals roken en een gezonde voeding. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat het stoppen met roken en gezonde voeding de klachten kunnen verminderen.